Als je politiek definieert als het vermogen om van kleine problemen grote problemen te maken dan zijn ze in Spanje goed bezig. We kunnen dan ook niet anders dan constateren dat de lijn Trump om met je gedrag maximale schade te veroorzaken school begint te maken.
Voor de buitenstaander is sprake van een fascinerend proces, waarin de Spaanse protagonisten zich met hoge snelheid naar de rand van de afgrond spoeden. De regio Catalonië wil meer autonomie, en eigenlijk (denken ze zelf) onafhankelijkheid. Dat is een vrij naïeve en tamelijk malle opvatting, maar nergens staat in de sterren geschreven dat mensen (en regio’s, en landen) verstandig moeten zijn. De Catalanen voelen zich onderdrukt door Madrid, en het steekt hen bijzonder (als ik het tenminste goed heb begrepen) dat ze hun eigen rijkdom niet allemaal zelf mogen houden, en dus aan Madrid meer geven dan ze terugkrijgen. Welkom in de 21ste eeuw en in Europa, zou je dan denken. Zo gaat het nu eenmaal in de beschaafde wereld, waar de rijken tot op zekere hoogte de armen ondersteunen. Mogen wij als Nederlanders ook even bij Madrid en Barcelona langskomen om al dat geld dat de laatste jaren vanuit Nederland naar het Iberisch schiereiland is gevloeid mee terug te nemen?
Los daarvan voelen de Catalanen zich erg onderdrukt door de Castilianen uit Madrid, maar dat valt natuurlijk (als je er nuchter naar kijkt) reuze mee. Wat je ook van Spanje kunt zeggen, een dictatuur waarin de mensenrechten grotelijks worden geschonden is het niet. Of tenminste: niet meer. In dit opzicht hebben we vooral te maken met Calimero-folklorisme, net zoals de Groningers zich erg kunnen afzetten tegen de Randstad-arrogantie. Of Madrid de natuurlijke hulpbronnen van Catalonië plundert is mij overigens niet bekend.
Met een referendum van de regen in de drup
Maar hoe dan ook: in deze omstandigheden is een referendum georganiseerd. Nuchter gesproken is dat een zoveelste bewijs voor de stelling dat het onverstandig is om referenda te organiseren (zoals we ook in Nederland en Iraaks-Koerdistan weten). Wat echter vooral opvalt is dat in de Spaanse context de nuchterheid volledig afwezig lijkt. Je had ook kunnen denken: ga vooral lekker je gang met dat malle referendum, en als het zover is praten we wel verder. Als mensen zich willen uitspreken, dan lijkt me dat een legitiem streven. Dat moet je vooral niet willen gaan verbieden. En daar moet je vooral niet de grondwet bij van stal halen. Met een beroep op de grondwet zou je hoogstens kunnen melden dat de waarde van de uitslag van een dergelijk referendum nogal betrekkelijk is, en dat er na afloop met een glaasje Sangria in de hand maar eens een goed gesprek moet volgen. De boel een beetje bij elkaar houden, zou een Amsterdamse ex-burgemeester het noemen.
Een paar jaar geleden deed een soortgelijk vraagstuk zich voor in de verhouding tussen Schotland en Engeland (of het zogeheten Verenigd Koninkrijk). Je kunt niet zeggen dat de verhouding tussen Schotten en Engelsen historisch gesproken spanningloos is. Daar zit ook het nodige sentiment en gevoel van onrecht en achterstelling bij, en daar worden soms gevoelige films van gemaakt met Mel Gibson in de hoofdrol. Maar stuurde Londen troepen naar het noorden om mensen die wilden stemmen in elkaar te slaan? Londen liet het referendum gewoon lopen. Als jullie Schotten willen stemmen, ga dan vooral jullie gang. Maar bedenk wel (fear, uncertainty & doubt) dat de welvaart waarvan jullie genieten voor een belangrijk deel de bietenbrug op gaat. Dus zeg het maar, trots en arm of inschikkelijk en welvarend. The rest is history, zij het natuurlijk dat alle Verenigd Koninkrijkers bij elkaar een jaartje later besloten dat ze liever trots wilden zijn dan in te schikken. Ook dat is een bewijs voor de stelling dat politiek gaat over het uitvergroten van problemen.
Scheiden doet niet altijd lijden
Dit echter allemaal terzijde. Als je een beetje hebt opgelet zie je vermoedelijk in dat het streven naar onafhankelijkheid een vooral 19de eeuwse benadering is die slecht past in de 21ste werkelijkheid. Het hoeft niet per se dramatisch te verlopen, zoals de vrij recente scheiding van Tsjechië en Slowakije laat zien. Zij het dan natuurlijk, dat we in plaats van één reactionaire Europese broeder er nu twee hebben. Maar, hoe dan ook: er leiden vele wegen naar Rome. Wat een nadere verklaring vereist is vooral de verkrampte en onzinnige manier waarop Madrid met het hele verschijnsel is omgegaan.
Daar hoor je eigenlijk in de verklaringen weinig over, en dat is een beetje vreemd. Als je het strikter stelt dringt zich de conclusie op dat er helemaal niet naar verklaringen wordt gezocht. De geleerden praten elkaar een beetje na, en dat concentreert zich op de stelling dat het democratische koninkrijk Spanje ondeelbaar is en dat de grondwet niet toestaat dat een deel van Spanje zich afscheidt. Noem dat maar een verklaring! En probeer dan maar eens te onderbouwen dat vervolgens de beste Franquistische tradities van stal worden gehaald om de boel te pacificeren.
Oude wijn in nieuwe zakken
De recente vuistdikke historische studie over het leven van Filips II [Geoffrey Parker (2014) Filips II – de roekeloze koning] geeft echter inzicht in het feit dat we hier te maken hebben met een eeuwenoud historisch trauma dat nog steeds niet verwerkt is. Spanjaarden zijn meesters in het verdringen, aan zelfreflectie kunnen ze niet toekomen. Door te beseffen dat het verlies van de Nederlanden eind 16de eeuw bij voortduring het collectieve Spaanse onderbewustzijn teistert valt alles op zijn plaats. Een korte toelichting zal dit duidelijk maken. Hierbij concentreer ik mij op de poppetjes die redeloos en willoos hun rol spelen in de heropvoering van het klassieke drama. Dat daarbij een man uit Limburg een niet onbelangrijke rol speelt toont de subtiele ironie van het geheel.
Daar is natuurlijk in de eerste plaats Mariano Rajoy Brey die in zijn overtuigende vertolking van Filips II ongegeneerd de wereldvreemde droogkloot neerzet die de vaste overtuiging heeft via de grondwet het hemelse mandaat te hebben ontvangen om de Spaanse landen naar zijn goeddunken te besturen en bijeen te houden. Wie hem tegenspreekt dient bij voorkeur via verwurging het zwijgen te worden opgelegd. Naar de vraag of royale en voortdurende incest ook in zijn geval zijn geestelijke souplesse en vermogen tot realistische oordeelsvorming heeft aangetast valt slechts te raden.
De rol van de hertog van Alva wordt hier gespeeld door vice-premier Soraya Sáenz de Santamaría, die voor het betere breek- en beukwerk mag zorgen en onbekommerd hel en verdoemenis mag preken. We moeten ons niet laten misleiden door haar joyeuze uitstraling die enigszins de wilde frisheid van limoenen (of in ieder geval een behoorlijk Jeanine Hennis gehalte) heeft, want deze vrouw is een ijzervreter die het liefst met scherp schiet. Het is haar diepste wens om alles wat op haar weg komt en niet meteen haar kant op beweegt te martelen, in het vuur te smijten, op een spies te steken en in ieder geval onherkenbaar te verminken.
De Catalaanse regeringsleider Carles Puigdemont i Casamajó heeft zichzelf uitmuntend gecast als de moderne versie van Willem van Oranje. Al net zo’n overtuigende draaikont als zijn historische voorganger (zie wat dit betreft het recente vlotgeschreven werkje van Aron Brouwer en Marthijn Wouters: Willem van Oranje, de opportunistische vader des vaderlands), die weliswaar voortdurend aan het ondermijnen is, maar zich bij voorkeur niet wenst uit te spreken over de vraag of Catalonië zich nu wel of niet onafhankelijk wenst te verklaren. Eigenlijk wel, maar misschien ook niet, of in ieder geval niet meteen, en we moeten er nog maar eens over praten, want een dialoog is nodig, als de Catalaanse wens maar gerespecteerd wordt.
Dan kijkt Europa vanaf de zijlijn toe, en zegt zich niet in het meningsverschil te willen mengen, hoewel het centrale Spaanse gezag natuurlijk het recht, of in ieder geval de wet, aan zijn zijde heeft. Want die Spaanse grondwet, hè. Jean Claude Juncker en Franciscus Cornelis Gerardus Maria Timmermans vertegenwoordigen hier de moderne variant van het universalisme van de traditionele wereldkerk en fluisteren de gezalfde Spaanse heerser bij voortduring in dat hij zich sterk moet maken voor de eenheid van geloof en macht. Aan ketterij hebben we immers geen behoefte en mensen die afdwalen van het rechte pad dienen, desnoods met dwang, naar de kudde te worden teruggeleid. Paus Johannes Claudius en zijn ambassadeur Franciscus zitten weliswaar vooral op hun handen, maar de aard van hun overtuiging is steil en streng. Wat de Catalanen er zelf van vinden is eventjes niet aan de orde. De eenheid van geloof dient te worden bewaard.
Tot zover dan maar. Het is slechts een eerste, ruwe schets. Dat geschiedenis helpt het heden beter te begrijpen is echter weer eens overtuigend aangetoond.