Categorie archief: verbeelding

Defensie

Op het NOS-nieuws lees ik: “Defensie kampt met een fors personeelstekort en wil veel nieuwe mensen aannemen. Daar moet een veel groter aandeel vrouwen bij zitten, vindt de staatssecretaris van Defensie. Hij wil daarom ‘bij gelijke geschiktheid’ de voorkeur geven aan een vrouw.” (https://nos.nl/artikel/2423065-defensie-wil-30-procent-vrouwelijk-personeel-in-2030)

De staatssecretaris heet Christophe van der Maat, hij is van de VVD en hij komt uit Noord Brabant. Dat wist ik niet. Het is even wennen met zo’n nieuwe regering. Maar zelfs dit in aanmerking genomen komen vragen op. Of het zinvolle vragen zijn is niet zeker, maar daar zet ik me maar even overheen.

Het kan liggen aan het feit dat ik mijn kennis uit de krant haal. De bron van het bericht ben ik nog niet tegengekomen. Met heldere bronverwijzingen heeft de pers vaker moeite, dus alleen al om dit feit is een slag om de arm wellicht wenselijk.

Gewapend met deze disclaimer kan ik het bovenstaande citaat nu te lijf. De eerste zin snap ik nog wel. Als je een fors personeelstekort hebt wil je het liefst zoveel mogelijk nieuwe mensen aannemen. Vermoedelijk moet je jezelf dan in de eerste plaats eens afvragen hoe je eigenlijk aan dat forse personeelstekort bent gekomen. Mensen staan blijkbaar niet te springen om bij jou te komen werken. Is het werk niet leuk, interessant en/of uitdagend? Betaal je wel voldoende? Zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden op orde? Dat soort dingen. Daar lees ik helemaal niets over.

Dat is echter niet mijn punt. Laten we aannemen dat over dit soort dingen voldoende is nagedacht en dat de juiste maatregelen zijn getroffen. Moeilijk om je dat voor te stellen, geef ik eerlijk toe, maar we doen ons best. Dan komen we op de wens dat er een veel groter aandeel vrouwen bij moet zitten. In het algemeen ben ik daar helemaal voor. Van mij mag de totale krijgsmacht uit vrouwen bestaan, als dat helpt. Ik kan niet helemaal inschatten of defensie het soort werk is dat je bij uitstek parttime kunt verrichten, maar ik laat me graag verrassen. Vier uur per dag in een tank rijden lijkt me lang genoeg.

Komen we nu op het punt waar mijn verbazing echt de pan uitrijst. Het punt waarin staatssecretaris Christophe uit Brabant aangeeft dat hij daarom ‘bij gelijke geschiktheid’ de voorkeur wil geven aan een vrouw. Bij de verdeling van de ministersposten is dat in het geval van defensie natuurlijk al gebeurd en goed voorbeeld doet goed volgen. Je moet er echter wel een beetje mee oppassen. Want waar gaat dit, strikt genomen, toe leiden? Je hebt twee geschikte kandidaten, en je neemt er maar een. Dat lijkt me behoorlijk stom, want we hebben een fors personeelstekort. Een verstandig mens neemt ze dan gewoon alle twee. Waarom wil je geschikte kandidaten laten lopen, Christophe uit Brabant, als je een fors personeelstekort hebt? Is dat logisch? Is dat verstandig? Je wilt toch veel nieuwe mensen aannemen, en niet bij voorkeur vrouwen met gelijke geschiktheid? Pakken wat je pakken kunt. Geen modieuze emancipatoire stokpaardjes berijden en gewoon de krijgsmacht op orde brengen. Dan is het percentage vrouwen maar wat lager, als het totaal aantal vrouwen maar hoger is. Pas als mensen staan te springen om bij jou te mogen komen werken kunnen we scherp aan de wind gaan varen. En, by-the-way, waarom hoor ik helemaal niets over de gewenste bijdrage van queers en alle andere smaken uit het tegenwoordig zo rijke LHBTI+-palet?

Ook zo curieus: waarom wordt er geselecteerd op ‘gelijke geschiktheid’? Misschien is dit slechts een slip-of-the-pen, of een gevalletje van gemakzuchtig samenvatten van de zijde van de nieuwsdienst, maar dat mensen in gelijke mate geschikt zijn zegt nog helemaal niets over de mate waarin ze überhaupt geschikt zijn. We willen toch goede mensen bij onze krijgsmacht, Christophe uit Brabant? Mensen die echt een geweer kunnen vasthouden, of wat tegenwoordig allemaal nodig is voor de veerkracht van onze defensie?

En zo gaat het hier zoals wel vaker: dat ik doordraaf over mededelingen die op het eerste gezicht vrij normaal en verstandig klinken. Maar de ervaring heeft geleerd dat de werkelijkheid meestal gekker is dan mijn soms uit de hand lopende verbeelding. De situatie bij de Belastingdienst bewijst dat nog elke dag.

Seks in Grand Hotel Europa

grand hotel europaOmdat een modern boek niet zonder seks kan wordt aan dit aspect van de menselijke conditie ook in Grand Hotel Europa enige aandacht besteed. Er zijn mensen die dat vervelend vinden. Laatst las ik Stromboli van Saskia Noort en daar kwam ook seks in voor. In internet-reacties op het boek werd geklaagd. Moet dat nou, al die seks, was een beetje de teneur, het leven is al zwaar genoeg. Vandaag probeerde ik die internet-reacties terug te vinden, om het nog eens allemaal goed tot mij te laten doordringen, maar ik kwam ze nergens meer tegen. Lost in cyberspace.

Saskia, zo kwam het op mij over, beschrijft die seks meestal als een overwegend mechanische handeling zonder veel levensvreugde, slechts één stap van verkrachting verwijderd. Dat is een keuze die gezien het centrale thema van het boek te rechtvaardigen valt, maar die niettemin een desolate kijk geeft op de behoefte aan en het vermogen tot intimiteit. In het kader van dit stukje dringt zich de vraag op: hoe verhoudt Ilja Leonard Pfeijffer zich in zijn boek tot deze kant van het menselijk bestaan? Hoe behandelt een gezonde heteroseksuele man (zijnde eveneens een modern schrijver, schrijvende over een modern schrijver) dit onderdeel van zijn handelings- en ervaringsrepertoire?

Je zou de vraag kunnen stellen waarom ik dit wil weten. Nou, zomaar. Omdat de berg er is, so to speak. Dus daar wil ik het hier verder niet over hebben. Wel kan ik zeggen dat het boek vooral over andere zaken gaat. Maar wie het kleine niet eert…..

In het algemeen kun je zeggen dat seks in Grand Hotel Europa vooral iets is dat de hoofdpersoon Ilja Leonard Pfeijffer in de 547 pagina’s van dit magnum opus overkomt. Dat is nogal iets anders dan er op een mannelijke manier achteraan rennen. Op pagina 54 is het voor de eerste keer raak, bij de eerste ontmoeting van onze held met zijn geliefde Clio. Allereerst wordt hij compleet van de sokken geblazen door het feit dat ze in zijn bescheiden bovenetage plotseling naakt voor hem opduikt. Voor hij goed in de gaten heeft wat er precies aan de hand is heeft het zoenen en strelen al een aanvang genomen, heeft ze zijn geslachtsdeel uit zijn broek gehaald, zich omgedraaid en met feilloos richtingsgevoel haar kontje zodanig naar achteren gestoten dat hij in haar glijdt ‘als een geweer in zijn foedraal’. Probeer je het eens voor te stellen. Ook het feit dat het allemaal is afgelopen voor het mannelijk orgasme is bereikt draagt niet bij aan een beeld van tomeloze masculiene drift.

Op pagina 62 is al snel sprake van een tweede keer (wat wil je ook bij jong verliefden). Dit keer in een openbaar toilet (in een museum, dat wel), waar weliswaar van tweezijdig initiatief sprake is, maar de vrouw, duidelijk on top, ‘een handje op mijn mond [legde], alsof ze op het punt stond mij te verkrachten, en … mij op een wilde, bijna agressieve manier [begon] te berijden.’ De daarop volgende mededeling dat ze ‘na thuiskomst onmiddellijk weer als bezetenen gingen neuken’ zorgt hier weliswaar voor nuance, maar kantelt het beeld niet wezenlijk.

Tijdens zijn verblijf in Grand Hotel Europa wordt de protagonist op pagina 288 ook nog eens een keer vakkundig seksueel te grazen genomen door een tiener uit de Verenigde Staten van Amerika, die deze ervaring blijkbaar aan haar bucketlist wenst toe te voegen in de hoop om eens met naam en toenaam in het nieuwe boek van de wereldberoemde schrijver voor te gaan komen. Haar naam (om zoveel mogelijk aan deze laatste wens tegemoet te komen) is Memphis en haar roze schoenen met dikke plateauzolen en duizelingwekkende hakken van kurk met bandjes van poezenbont zijn aangeschaft in de outlet van Serravalle. De wereldberoemde schrijver is tot niets anders in staat dan zich dit alles te laten welgevallen.

Van initiatief van zijn kant is wel sprake in de scene op pagina 242-3 waarin zowel Ilja Leonard Pfeijffer als zijn geliefde te kennen geven een betere versie van zichzelf te willen worden. In deze scene schrijft de schrijver Ilja dat de hoofdpersoon Ilja hierin vertelt ‘een dampende, stomende seksscène’ te willen schrijven die hij vervolgens al sprekende uitlegt en waarschijnlijk tegelijkertijd ook uitvoert. Dit schrijven over praten over doen zouden we kunnen opvatten als een vorm van intratekstualiteit, waarin verschillende aspecten van het verhaal naar zichzelf (of elkaar) verwijzen. Maar als we deze toer opgaan wordt deze analyse wel heel erg literatuurduiderig. En begeef ik mij op het hellende vlak van gevaarlijk terrein.

Hoewel… Laat ik nog een kleine poging wagen. Stel dat in dit boek niets toevallig is, dan zou de opgevoerde seks kunnen worden gezien als een metafoor voor het hoofdthema van het boek, de condition globale van Europa. Een Europa dat zich wentelt in verleden en de blik op de toekomst is verloren. Dat mijmert maar niet doet. Dat verklaart (clichématig weliswaar, in traditionele termen, maar die zijn in dit verband haast noodzakelijk) de dominantie van het vrouwelijk passieve over het mannelijk actieve. Dat verklaart evenzeer de prioriteit van het verhaal boven de daad. En het geeft in de scene met Memphis in ondubbelzinnige beelden uiting aan het gegeven dat de nieuwe wereld het initiatief heeft overgenomen en de regels van het spel bepaalt. ‘Zie je wel,’ zei ze. ‘Zo moeilijk is het allemaal niet.’

Italiaanse ontmoeting op Barbados

Als zelfbenoemd lid van het wereldwijde virtuele genootschap van Tiepolisti (liefhebbers van het oeuvre van de Giambattista Tiepolo – en, vooruit, meteen ook maar zijn zoon Giandomenico) google ik bij tijd en wijle het internet rond om te kijken of ik nog iets interessants tegenkom over de meester. En zo stuitte ik onlangs op het feit dat ook Paul McCartney (ja die!) helemaal weg is van de Venetiaanse meesterschilder. Dat is hij overigens al vanaf 11 november 2016, dus dat rondgoogelen is voor mij geen dagelijkse bezigheid.

Paul was hem, zei hij in 2016, tegengekomen toen hij in Barbados op vakantie was en daar een huis gehuurd had van een beroemd toneelontwerper (nu overleden, dus geen scenes meer van zijn hand). Niet dat Barbados volhangt met fresco’s van Tiepolo, maar hij had in een koffietafel-plaatjesboek zitten bladeren.

Nu kan ik hier meteen verklaren dat Paul een heel mooie, super-de-luxe website heeft met hier en daar opvoedkundige trekjes. In de serie paintings on the wall laat hij het werk van onder andere Pablo Picasso, René Magritte, Willem de Kooning en Georgia O’Keeffe behandelen door journalist Adam Jacques. Adam heeft weliswaar miljoenen volgers minder dan Sir Paul, maar gelukkig meer verstand van kunst, dus het artikel https://www.paulmccartney.com/news-blogs/news/paintings-on-the-wall-tiepolo is een prettige en goed leesbare introductie in het werk van Tiepolo. Heel verstandig om vakmensen het werk te laten doen.

Aan het eind van deze introductie bekent Paul dat hij sindsdien een grote fan van Tiepolo is geworden (hoewel ik daaraan toe moet voegen dat zijn kennisniveau hem niet gaat helpen om tot de kring der Tiepolisti te worden toegelaten). En ook vraagt hij zijn trouwe lezersschare of zij ooit van Tiepolo hebben gehoord.

In het grote babbelinternet van gratuite meninkjes levert dat 33 reacties op. Dat valt tegen bij een miljoenenpubliek. Maar de toon blijft beschaafd (geen vulgaire reaguurders en ordinaire scheldpartijen) dus dat is al heel wat. Het beeldscherm hoeft na gebruik niet te worden schoongemaakt.

tiepolo madrid

Bekend thema voor de meester, in Würzburg ook al gebruikt.

Het werk van Tiepolo is duidelijk een eye-opener voor de gemiddelde fan. Virginia Abreu de Paula had nog nooit van hem gehoord, maar die komt uit Portugal. Op naar Madrid dus, Virginia, naar het Koninklijk Paleis, waar je kunt kijken naar het laatste werk van de meester (https://www.wga.hu/html_m/t/tiepolo/gianbatt/8madrid/index.html). Londenaren hebben het eveneens moeilijk, want de vele werken die The National Gallery in bezit heeft zijn voor het grootste deel not on display, dus dat schiet lekker op.

tiepolo trionfo virtu

Triomf! De Ignoranza is al uit beeld verdwenen.

John Villalino nodigt ons uit naar Los Angeles, want Il Trionfo della Virtù e della Nobilità sull’ Ignoranza wel te zien is in het plaatselijke Norton Simon Museum. En Antonio Zampieri en Elena Dolcevita nodigen Paul en ons allemaal uit in Venetië, omdat je daar zowat struikelt over de Tiepolo’s.

Het laatste is natuurlijk altijd een goed idee (niet struikelen, maar naar Venetië gaan, als het Piazza San Marco tenminste niet onder water staat). Het brengt ons echter tegelijkertijd op de vraag die alle Tiepolisti zich al jaren stellen: Wanneer kunnen we aldaar het Palazzo Labia weer in om de fresco’s over de ontmoeting tussen Cleopatra en Antonius te bewonderen? (https://www.wga.hu/html_m/t/tiepolo/gianbatt/4labia/index.html).

tiepolo labia

Cleopatra. Ze doet iets gewaagds met een parel, maar wat dat is blijft hier verborgen.

Heeft iemand een antwoord op die vraag? Of is het voldoende de volgende aanwijzing op te volgen: “Per informazioni sulla visita di Palazzo Labia, contattare via mail la Direzione Rai del Veneto: direzione.veneto@rai.it)? Maar dat staat op een website die zichzelf aan het opheffen is. In Venetië is niets wat het lijkt.

Leeftijd der schepping

Over de schepping kan veel worden gezegd. Bij het ordenen van mijn oude spullen kwam ik een stukje tegen waarin een wezenlijk vraagstuk aan de orde komt: hoe oud waren Adam en Eva eigenlijk toen ze geschapen werden? Daar hoor je heel weinig over. Daarom geef ik mijn gedachten uit mei 2005 hieronder even weer, als een soort van belangeloze bijdrage aan het publieke debat. Lucas Cranach lijkt, te oordelen naar het bijgaande plaatje, op dezelfde lijn te zitten.

1-Adam-und-EvaEr bestaat onduidelijkheid over de leeftijd waarop Adam en Eva door God werden geschapen. Gezien het tempo waarin de schepping werd afgeraffeld mogen we er vanuit gaan dat de teller niet op nul begon en dat God de mens creëerde in een zekere staat van voltooiing. De precieze hoedanigheid van deze staat is onderwerp van speculatie. In films als Blue Lagoon, waarin de schepping een beetje wordt nagespeeld en kinderen in paradijselijke staat op een tropisch strand belanden, wordt uitgegaan van een beginnende puberteit, waardoor de regisseur meteen in staat is een mooi voyeuristisch thema van ontluikende seksualiteit te introduceren. Maar hier is natuurlijk sprake van retroschepping, waarin vanuit de overdaad wordt teruggegaan naar het weinige (in plaats van dat vanuit niets het nieuwe ontstaat), en meteen alle betuttelende volwassenen zijn opgeruimd.

Naar mijn mening schiep God Adam en Eva op ongeveer achttienjarige leeftijd als vwo-leerlingen die op het punt staan eindexamen te doen. Niet dom en met een goed stel hersens, maar nog niet in het bezit van kennis waar je in het echte leven iets aan hebt. Dat verklaart ook de rolverdeling die leidde tot het eten van het appeltje. Eva meteen de ijverigste van de klas, altijd goed opletten en aantekeningen maken en zorgen dat de werkstukken van het studiehuis op tijd klaar zijn. Adam de typische mannelijke adolescent die vanuit zijn verlegen coolheid nergens in is geïnteresseerd en zoekt naar de weg van de minste weerstand om zijn zes te scoren. Eva doet het veldwerk om de juiste boom te vinden. Eva neemt het interview af met de slang. Adam hapt omdat Eva zegt dat het nodig is.

Helaas levert het niet het werkstuk op, waarom God gevraagd heeft. De universiteit van tweestromenland kunnen ze daarna op hun buik schrijven. Dat wordt werken voor de kost en als de kinderen komen is het helemaal uit met de pret.

Met een historisch trauma de afgrond in

Als je politiek definieert als het vermogen om van kleine problemen grote problemen te maken dan zijn ze in Spanje goed bezig. We kunnen dan ook niet anders dan constateren dat de lijn Trump om met je gedrag maximale schade te veroorzaken school begint te maken.

Voor de buitenstaander is sprake van een fascinerend proces, waarin de Spaanse protagonisten zich met hoge snelheid naar de rand van de afgrond spoeden. De regio Catalonië wil meer autonomie, en eigenlijk (denken ze zelf) onafhankelijkheid. Dat is een vrij naïeve en tamelijk malle opvatting, maar nergens staat in de sterren geschreven dat mensen (en regio’s, en landen) verstandig moeten zijn. De Catalanen voelen zich onderdrukt door Madrid, en het steekt hen bijzonder (als ik het tenminste goed heb begrepen) dat ze hun eigen rijkdom niet allemaal zelf mogen houden, en dus aan Madrid meer geven dan ze terugkrijgen. Welkom in de 21ste eeuw en in Europa, zou je dan denken. Zo gaat het nu eenmaal in de beschaafde wereld, waar de rijken tot op zekere hoogte de armen ondersteunen. Mogen wij als Nederlanders ook even bij Madrid en Barcelona langskomen om al dat geld dat de laatste jaren vanuit Nederland naar het Iberisch schiereiland is gevloeid mee terug te nemen?

Los daarvan voelen de Catalanen zich erg onderdrukt door de Castilianen uit Madrid, maar dat valt natuurlijk (als je er nuchter naar kijkt) reuze mee. Wat je ook van Spanje kunt zeggen, een dictatuur waarin de mensenrechten grotelijks worden geschonden is het niet. Of tenminste: niet meer. In dit opzicht hebben we vooral te maken met Calimero-folklorisme, net zoals de Groningers zich erg kunnen afzetten tegen de Randstad-arrogantie. Of Madrid de natuurlijke hulpbronnen van Catalonië plundert is mij overigens niet bekend.

Met een referendum van de regen in de drup

Maar hoe dan ook: in deze omstandigheden is een referendum georganiseerd. Nuchter gesproken is dat een zoveelste bewijs voor de stelling dat het onverstandig is om referenda te organiseren (zoals we ook in Nederland en Iraaks-Koerdistan weten). Wat echter vooral opvalt is dat in de Spaanse context de nuchterheid volledig afwezig lijkt. Je had ook kunnen denken: ga vooral lekker je gang met dat malle referendum, en als het zover is praten we wel verder. Als mensen zich willen uitspreken, dan lijkt me dat een legitiem streven. Dat moet je vooral niet willen gaan verbieden. En daar moet je vooral niet de grondwet bij van stal halen. Met een beroep op de grondwet zou je hoogstens kunnen melden dat de waarde van de uitslag van een dergelijk referendum nogal betrekkelijk is, en dat er na afloop met een glaasje Sangria in de hand maar eens een goed gesprek moet volgen. De boel een beetje bij elkaar houden, zou een Amsterdamse ex-burgemeester het noemen.

Een paar jaar geleden deed een soortgelijk vraagstuk zich voor in de verhouding tussen Schotland en Engeland (of het zogeheten Verenigd Koninkrijk). Je kunt niet zeggen dat de verhouding tussen Schotten en Engelsen historisch gesproken spanningloos is. Daar zit ook het nodige sentiment en gevoel van onrecht en achterstelling bij, en daar worden soms gevoelige films van gemaakt met Mel Gibson in de hoofdrol. Maar stuurde Londen troepen naar het noorden om mensen die wilden stemmen in elkaar te slaan? Londen liet het referendum gewoon lopen. Als jullie Schotten willen stemmen, ga dan vooral jullie gang. Maar bedenk wel (fear, uncertainty & doubt) dat de welvaart waarvan jullie genieten voor een belangrijk deel de bietenbrug op gaat. Dus zeg het maar, trots en arm of inschikkelijk en welvarend. The rest is history, zij het natuurlijk dat alle Verenigd Koninkrijkers bij elkaar een jaartje later besloten dat ze liever trots wilden zijn dan in te schikken. Ook dat is een bewijs voor de stelling dat politiek gaat over het uitvergroten van problemen.

Scheiden doet niet altijd lijden

Dit echter allemaal terzijde. Als je een beetje hebt opgelet zie je vermoedelijk in dat het streven naar onafhankelijkheid een vooral 19de eeuwse benadering is die slecht past in de 21ste werkelijkheid. Het hoeft niet per se dramatisch te verlopen, zoals de vrij recente scheiding van Tsjechië en Slowakije laat zien. Zij het dan natuurlijk, dat we in plaats van één reactionaire Europese broeder er nu twee hebben. Maar, hoe dan ook: er leiden vele wegen naar Rome. Wat een nadere verklaring vereist is vooral de verkrampte en onzinnige manier waarop Madrid met het hele verschijnsel is omgegaan.

Daar hoor je eigenlijk in de verklaringen weinig over, en dat is een beetje vreemd. Als je het strikter stelt dringt zich de conclusie op dat er helemaal niet naar verklaringen wordt gezocht. De geleerden praten elkaar een beetje na, en dat concentreert zich op de stelling dat het democratische koninkrijk Spanje ondeelbaar is en dat de grondwet niet toestaat dat een deel van Spanje zich afscheidt. Noem dat maar een verklaring! En probeer dan maar eens te onderbouwen dat vervolgens de beste Franquistische tradities van stal worden gehaald om de boel te pacificeren.

Oude wijn in nieuwe zakken

De recente vuistdikke historische studie over het leven van Filips II [Geoffrey Parker (2014) Filips II – de roekeloze koning] geeft echter inzicht in het feit dat we hier te maken hebben met een eeuwenoud historisch trauma dat nog steeds niet verwerkt is. Spanjaarden zijn meesters in het verdringen, aan zelfreflectie kunnen ze niet toekomen. Door te beseffen dat het verlies van de Nederlanden eind 16de eeuw bij voortduring het collectieve Spaanse onderbewustzijn teistert valt alles op zijn plaats. Een korte toelichting zal dit duidelijk maken. Hierbij concentreer ik mij op de poppetjes die redeloos en willoos hun rol spelen in de heropvoering van het klassieke drama. Dat daarbij een man uit Limburg een niet onbelangrijke rol speelt toont de subtiele ironie van het geheel.

Daar is natuurlijk in de eerste plaats Mariano Rajoy Brey die in zijn overtuigende vertolking van Filips II ongegeneerd de wereldvreemde droogkloot neerzet die de vaste overtuiging heeft via de grondwet het hemelse mandaat te hebben ontvangen om de Spaanse landen naar zijn goeddunken te besturen en bijeen te houden. Wie hem tegenspreekt dient bij voorkeur via verwurging het zwijgen te worden opgelegd. Naar de vraag of royale en voortdurende incest ook in zijn geval zijn geestelijke souplesse en vermogen tot realistische oordeelsvorming heeft aangetast valt slechts te raden.

De rol van de hertog van Alva wordt hier gespeeld door vice-premier Soraya Sáenz de Santamaría, die voor het betere breek- en beukwerk mag zorgen en onbekommerd hel en verdoemenis mag preken. We moeten ons niet laten misleiden door haar joyeuze uitstraling die enigszins de wilde frisheid van limoenen (of in ieder geval een behoorlijk Jeanine Hennis gehalte) heeft, want deze vrouw is een ijzervreter die het liefst met scherp schiet. Het is haar diepste wens om alles wat op haar weg komt en niet meteen haar kant op beweegt te martelen, in het vuur te smijten, op een spies te steken en in ieder geval onherkenbaar te verminken.

De Catalaanse regeringsleider Carles Puigdemont i Casamajó heeft zichzelf uitmuntend gecast als de moderne versie van Willem van Oranje. Al net zo’n overtuigende draaikont als zijn historische voorganger (zie wat dit betreft het recente vlotgeschreven werkje van Aron Brouwer en Marthijn Wouters: Willem van Oranje, de opportunistische vader des vaderlands), die weliswaar voortdurend aan het ondermijnen is, maar zich bij voorkeur niet wenst uit te spreken over de vraag of Catalonië zich nu wel of niet onafhankelijk wenst te verklaren. Eigenlijk wel, maar misschien ook niet, of in ieder geval niet meteen, en we moeten er nog maar eens over praten, want een dialoog is nodig, als de Catalaanse wens maar gerespecteerd wordt.

Dan kijkt Europa vanaf de zijlijn toe, en zegt zich niet in het meningsverschil te willen mengen, hoewel het centrale Spaanse gezag natuurlijk het recht, of in ieder geval de wet, aan zijn zijde heeft.  Want die Spaanse grondwet, hè. Jean Claude Juncker en Franciscus Cornelis Gerardus Maria Timmermans vertegenwoordigen hier de moderne variant van het universalisme van de traditionele wereldkerk en fluisteren de gezalfde Spaanse heerser bij voortduring in dat hij zich sterk moet maken voor de eenheid van geloof en macht. Aan ketterij hebben we immers geen behoefte en mensen die afdwalen van het rechte pad dienen, desnoods met dwang, naar de kudde te worden teruggeleid. Paus Johannes Claudius en zijn ambassadeur Franciscus zitten weliswaar vooral op hun handen, maar de aard van hun overtuiging is steil en streng. Wat de Catalanen er zelf van vinden is eventjes niet aan de orde. De eenheid van geloof dient te worden bewaard.

Tot zover dan maar. Het is slechts een eerste, ruwe schets. Dat geschiedenis helpt het heden beter te begrijpen is echter weer eens overtuigend aangetoond.

Mysterie

Naar aanleiding van een oud en mysterieus bericht in een Hamburgse krant kwam ik een verbluffende geschiedenis op het spoor, vol onverwachte wendingen en toevalligheden.

Dit leverde een verhaal op dat nergens op lijkt, waarin realiteit en verbeelding in een onontwarbare kluwen door elkaar heen lopen. Het is te lang voor een blogbericht, maar ik heb het onder de titel Overpeinzingen bij een levensecht tableau op een aparte pagina van deze site geplaatst. Hier kun je het vinden.